Foto Nynke Thien

Doelstellingen

Het doel van de Cursus Palliatieve Zorg voor Medisch Specialisten is om de deskundigheid van de deelnemers ten aanzien van palliatieve zorg te vergroten. Hierdoor worden zij in staat gesteld de zorg voor palliatieve patiënten in hun instelling te verbeteren. Bovendien kunnen zij zorgverleners intra- en extramuraal op deskundige wijze ondersteunen door het geven van informatie en adviezen en het verzorgen van onderwijs.

Specifieke doelstellingen

1. ALGEMEEN

De medisch specialist die de Cursus Palliatieve Zorg heeft gevolgd

1.a       is op de hoogte van de historische en huidige ontwikkelingen op het gebied van de palliatieve zorg in het algemeen en in Nederland in het bijzonder;

1.b       kent de algemene principes van de palliatieve zorg in het licht van de definitie van het Kwaliteitskader Palliatieve Zorg Nederland;

1.c       kan omschrijven welke aspecten bijdragen aan kwaliteit van leven en kwaliteit van sterven.

2. INHOUDELIJKE DESKUNDIGHEID EN VAARDIGHEDEN

2.a.      Medische aspecten

De medisch specialist die de Cursus Palliatieve Zorg heeft gevolgd

2.a.1    bevordert in haar/zijn werkwijze de autonomie van de patiënt;

2.a.2    werkt planmatig en anticiperend;

2.a.3    heeft kennis van het verloop van de verschillende ziektebeelden, speciaal ook in de palliatieve fase;

 

2.a.4    stelt een adequate diagnose, o.a. door een goede anamnese af te nemen en lichamelijk onderzoek te doen;

2.a.5    informeert de patiënt en diens familie op een adequate manier;

2.a.6    past aanvullend onderzoek in daartoe geëigende situaties toe en weegt dit af tegen de belasting voor en wensen van de patiënt en familie;

2.a.7    handelt adequaat op basis van gedegen kennis over de oorzaken en de ontstaanswijzen van alle relevante symptomen in de palliatieve fase;

2.a.8    past de juiste medicamenteuze interventies toe bij de bovengenoemde symptomen;

2.a.9    maakt gebruik van niet-medicamenteuze interventies;

2.a.10  maakt gebruik van de mogelijkheden van palliatieve radio- en systemische therapie en chirurgie;

2.a.11  treedt in spoedgevallen (zoals delier, dwarslaesie, grote bloeding, verstikking en andere spoedgevallen) adequaat op.

2.b       Psychosociale aspecten

De medische specialist die de Cursus Palliatieve Zorg heeft gevolgd

2.b.1    bespreekt de belangrijkste psychische, sociale en maatschappelijke gevolgen van een levensbedreigende, op korte termijn aflopende ziekte voor de patiënt en voor diens familie met hen;

2.b.2    herkent problemen in de interactie tussen familie en de patiënt en tussen familieleden onderling en stelt deze aan de orde;

2.b.3    stelt het belang aan de orde van een goede begeleiding van (kleine) kinderen wanneer een naaste ernstig ziek is en verwijst zo nodig naar een deskundige op het gebied van verlies, afscheid en rouw;

2.b.4    kent het beloop van normale en abnormale rouw, begeleidt nabestaanden en verwijst hen zo nodig.

2.c       Ethische aspecten

De medische specialist die de Cursus Palliatieve Zorg heeft gevolgd

2.c.1    respecteert standpunten van anderen over normen en waarden ten opzichte van beslissingen rond de ziekte, het stervensproces en het sterven en formuleert haar/zijn standpunt in dezen;

2.c.2    incorporeert morele dilemma’s bij verminderde wilsbekwaamheid, legt de wens van de patiënt vast en wijst een vertegenwoordiger aan;

2.c.3    past de ethische, juridische en technische aspecten van medische beslissingen rond het levenseinde op een adequate wijze toe.

3. ORGANISATORISCHE ASPECTEN VAN DE ZORG

3.a.      Medische aspecten

De medisch specialist die de Cursus Palliatieve Zorg heeft gevolgd

3.a.1    bevordert in haar/zijn werkwijze de autonomie van de patiënt;

3.a.2    werkt planmatig en anticiperend;

3.a.3    heeft kennis van het verloop van de verschillende ziektebeelden, speciaal ook in de palliatieve fase;

3.a.4    stelt een adequate diagnose, o.a. door een goede anamnese af te nemen en lichamelijk onderzoek te doen;

3.a.5    informeert de patiënt en diens familie op een adequate manier;

3.a.6    past aanvullend onderzoek in daartoe geëigende situaties toe en weegt dit af tegen de belasting voor en wensen van de patiënt en familie;

3.a.7    handelt adequaat op basis van gedegen kennis over de oorzaken en de ontstaanswijzen van alle relevante symptomen in de palliatieve fase;

3.a.8    past de juiste medicamenteuze interventies toe bij de bovengenoemde symptomen;

3.a.9    maakt gebruik van niet-medicamenteuze interventies;

3.a.10  maakt gebruik van de mogelijkheden van palliatieve radio- en systemische therapie en chirurgie;

3.a.11  treedt in spoedgevallen (zoals delier, dwarslaesie, grote bloeding, verstikking en andere spoedgevallen) adequaat op.

3.b       Psychosociale aspecten

De medische specialist die de Cursus Palliatieve Zorg heeft gevolgd

3.b.1    bespreekt de belangrijkste psychische, sociale en maatschappelijke gevolgen van een levensbedreigende, op korte termijn aflopende ziekte voor de patiënt en voor diens familie met hen;

3.b.2    herkent problemen in de interactie tussen familie en de patiënt en tussen familieleden onderling en stelt deze aan de orde;

3.b.3    stelt het belang aan de orde van een goede begeleiding van (kleine) kinderen wanneer een naaste ernstig ziek is en verwijst zo nodig naar een deskundige op het gebied van verlies, afscheid en rouw;

3.b.4    kent het beloop van normale en abnormale rouw, begeleidt nabestaanden en verwijst hen zo nodig.

3.c       Ethische aspecten

De medische specialist die de Cursus Palliatieve Zorg heeft gevolgd

3.c.1    respecteert standpunten van anderen over normen en waarden ten opzichte van beslissingen rond de ziekte, het stervensproces en het sterven en formuleert haar/zijn standpunt in dezen;

3.c.2    incorporeert morele dilemma’s bij verminderde wilsbekwaamheid, legt de wens van de patiënt vast en wijst een vertegenwoordiger aan;

3.c.3    past de ethische, juridische en technische aspecten van medische beslissingen rond het levenseinde op een adequate wijze toe.

Foto Nynke Thien

4. ASPECTEN AANGAANDE HET ADVIES GEVEN

De medisch specialist die de Cursus Palliatieve Zorg heeft gevolgd

4.a       geeft aan andere hulpverleners op deskundige, begrijpelijke en niet-bedreigende wijze advies;

4.b       verheldert de vraag en het probleem van de hulpvrager en maakt een plan van aanpak in overleg met haar/hem;

4.c       onderkent de invloed van de eigen attitude in een advies en gaat daar op adequate wijze mee om;

 

4.d       kent haar/zijn eigen mogelijkheden en beperkingen, zowel wat betreft zorg- inhoudelijke vragen als wat betreft grenzen en mogelijkheden van de hulpverlener die om advies vraagt en verwijst deze zo nodig door naar andere deskundigen.

5. PERSOONLIJK FUNCTIONEREN

De medisch specialist die de Cursus Palliatieve Zorg heeft gevolgd

5.a       onderkent het belang van haar/zijn eigen ervaringen met ziekte en sterven voor het proces van zorg en voor haar/zijn rol als consulent;

5.b       is zich bewust van haar/zijn deskundigheid en ook van haar/zijn beperkingen, vraagt waar nodig hulp en verwijst;

5.c       heeft zicht op haar/zijn attitude in het proces van zorg en op haar/zijn rol als adviesgever;

5.d       schoolt zich continu bij.

DEFINITIE PALLIATIEVE ZORG NEDERLAND

Palliatieve zorg is een benadering die de kwaliteit van het leven verbetert van patiënten en hun naasten die te maken hebben met een levensbedreigende aandoening of kwetsbaarheid, door het voorkomen en verlichten van lijden, door middel van vroegtijdige signalering en zorgvuldige beoordeling en behandeling van pijn en andere problemen van lichamelijke, psychosociale en spirituele aard. Gedurende het beloop van de ziekte of kwetsbaarheid heeft palliatieve zorg oog voor het behoud van autonomie, toegang tot informatie en keuzemogelijkheden.

Ga naar de inhoud